top of page
Foto van schrijverJeroen Dijkstra

Onjuiste rechtsopvatting Hof Amsterdam in Deliveroo-zaak over btw-ondernemerschap?

Bijgewerkt op: 28 mei 2022

In mijn vooronderzoek voor een artikel over de status van maaltijdbezorgers (ondernemer of niet), kwam ik onder andere bij de uitspraak van Hof Amsterdam in de Deliveroo-zaak. In deze zaak besliste het Hof dat de bezorgers van Deliveroo, die zichzelf als zelfstandige in laten huren, feitelijk werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Tot die conclusie komt het Hof onder andere omdat een groot deel van de bezorgers volgens hen geen btw-ondernemer is. Vanwege de geringe omzet die zij draaien, zouden zij 'hobbymatig' werkzaam zijn en daarom op basis van fiscale regelgeving geen btw-ondernemer zijn. Volgens mij klopt er niets van die conclusie, daar er geen hobbymatige sfeer bestaat voor de btw en het Hof waarschijnlijk het btw-ondernemersbegrip verwart met het ondernemersbegrip van de inkomstenbelasting.


Hobbymatige sfeer

Om te bepalen of iemand ondernemer is voor de inkomstenbelasting, bestaat er een scheiding tussen de zakelijke en de hobbymatige sfeer. Dat komt, omdat het erg zou lonen om als ondernemer gezien te worden voor hobby-activiteiten waar je ook geld mee verdient. In dat geval kan je namelijk onder andere je zakelijke kosten in aftrek brengen. Daardoor laat je de Belastingdienst in feite meebetalen aan je hobby en kan je misschien zelfs, als je uitgeeft aan je hobby dan wat je ermee verdient, een negatief inkomen verrekenen met inkomsten uit andere bronnen, zoals bijvoorbeeld je inkomen uit loondienst.


Voorbeeld

Je schildert graag en je maakt daar substantiële kosten voor. Voor duizenden euro's schaf je de mooiste verfkleuren, kwasten en ander materiaal aan. Het is niet je baan, maar het is een uit de hand gelopen hobby waar je een paar weekenden per maand mee bezig bent. Zo nu en dan verkoop je een schilderij aan vrienden voor een paar honderd euro.


Omdat je structurele inkomsten uit het verkopen van de schilderijen geniet, zou je de inkomsten in principe moeten aangeven in je aangifte inkomstenbelasting. Maar wanneer je als ondernemer gezien zou worden, zou je de duizenden euro's kosten ook in aftrek mogen brengen, waardoor je niet alleen géén belasting over het inkomen uit de verkoop van de schilderijen betaalt, maar misschien zelfs een negatief bedrag mag verrekenen met je inkomen uit bijvoorbeeld loondienst. De Belastingdienst oordeelt waarschijnlijk dat je het geld met de verkoop van de schilderijen aan je vrienden verdient in de hobbymatige sfeer en niet hoeft op te geven in je aangifte inkomstenbelasting.


Het zou te makkelijk zijn voor mensen met een hobby waar ze veel geld aan besteden en soms een beetje geld mee verdienen (naast schilderen of andere vormen van kunst maken, kun je ook denken aan bijvoorbeeld vissen of het houden van paarden) om de Belastingdienst mee te laten betalen aan de hobby. Vandaar dus het bestaan van de hobbymatige sfeer in het ondernemersbegrip voor de inkomstenbelasting.


Het btw-ondernemersbegrip

Het ondernemersbegrip voor de inkomstenbelasting en die voor de btw verschillen van elkaar. Zoals ook op de website van de Belastingdienst te lezen valt, kan het zijn dat je wel ondernemer bent voor de btw, maar niet voor de inkomstenbelasting. Dat komt, onder andere, omdat er voor de inkomstenbelasting de eis bestaat dat je met je activiteiten structureel (substantiële) winst moet maken of in ieder geval kan verwachten. Op die manier worden hobbyisten die niet aannemelijk kunnen maken dat ze met hun hobby structureel meer verdienen dan kwijt zijn geweerd uit die - anders zo voordelige - ondernemerssfeer.


Voor de btw bestaat die eis niet. Een btw-ondernemer is eenieder die zelfstandig werkzaamheden uitvoert en daar inkomsten uit heeft. Aanvullende eisen daarbij zijn wel dat die activiteiten met enige regelmaat worden uitgevoerd, dat het btw-belastbare activiteiten zijn en, als belangrijkste eis misschien wel, dat er met die activiteiten in concurrentie wordt getreden.


De eis van structurele winstgevendheid is geen onderdeel van deze checklist voor het btw-ondernemerschap. Vandaar dat zelfstandigen over het algemeen al éérder voor de btw als ondernemer worden gezien dan voor de inkomstenbelasting. In sommige gevallen zelfs al véél eerder. Uit rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie blijkt dat je bijvoorbeeld zelfs al jaren vóór je begint met het halen van omzet al als zodanig kan aangemerkt worden. Bijvoorbeeld wanneer je eerst begint met het renoveren van een cafe met het idee om daar op termijn, misschien pas jaren later, omzet uit te gaan halen. In dat geval kan je al bij de aanvang van de voorbereidingen als btw-ondernemer worden gezien, wat vaak zeer gunstig uitpakt omdat je vanaf dat moment de btw op de kosten al mag terugvragen bij de Belastingdienst.


Hof Amsterdam

Deliveroo maakt gebruikt van twee soorten maaltijdbezorgers: de 'Regular Riders' en de 'Unlimited Riders'. De Regular Riders mogen maar een beperkte omzet per maand halen à 40% van het minimumloon, wat destijds (2019) neerkwam op 603,92 euro per vier weken. Deliveroo voert aan dat:


Werkzaamheden waarvoor de beloning minder bedraagt dan € 603,92 per maand (niveau 2019; dat is 40% van het reguliere minimumloon) worden door de Belastingdienst als ‘hobby-matig’ aangemerkt, in welk geval geen btw verschuldigd is.


In de conclusie van de uitspraak neemt Hof Amsterdam dit over, en zegt dat:


Sinds de invoering van de mogelijkheid om nog slechts een Regular dan wel een Unlimited-contract af te sluiten, is ruim tweederde van de bezorgers ‘hobbymatig’ werkzaam, en dus – naar de maatstaven van de omzetbelasting – niet als ondernemer.


Naar mijn idee getuigt dit dus van een onjuiste rechtsopvatting. In eerste instantie dacht ik dat dat misschien zou komen omdat deze zaak hoofdzakelijk om een arbeidsrechtelijk vraagstuk ging en de rechters wellicht iets te weinig kaas hadden gegeten van fiscale subtiliteiten. Op Europees niveau zie je wel eens vaker dat de rechters die moeten beslissen in btw-zaken net niet helemaal lekker in de materie zitten, omdat dit een relatief kleiner belastingveld betreft dan bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting. Maar in de uitspraak staat te lezen dat de procedure is gevoerd bij de afdeling civiel recht èn belastingrecht, team I, van Hof Amsterdam. In principe zou die kennis dus wel aanwezig moeten zijn.


Wat zou de consequentie zijn van als ik gelijk heb en het inderdaad niet waar is wat Hof Amsterdam zegt? Enerzijds betekent dat dat Deliveroo een klein argument vóór zijn standpunt heeft dat de maatlijdbezorgers wel als zelfstandigen gezien moeten worden. Klein, omdat het Hof op basis van wel meer onderdelen tot de conclusie komt dat dat niet het geval is. Niet in de laatste plaats omdat er volgens hen toch wel sprake is van een soort gezagsverhouding tussen Deliveroo en de riders. Aangezien voor het ondernemersbegrip in de btw ook een zekere mate van zelfstandigheid moet zijn, zou het kunnen dat de riders op dat punt uiteindelijk alsnog niet gezien zouden moeten worden als btw-ondernemers. Maar het feit dat het Hof nu in de conclusie onder andere aanvoert dat de Regular Riders geen btw-ondernemer zijn, geeft aan dat het zeker wel deels heeft meegespeeld om tot het eindoordeel te komen.


Anderzijds betekent dit dat ook de Regular Riders een btw-nummer moeten aanvragen en opgeven als ze willen gaan bezorgen voor Deliveroo. Die eis wordt nu nog expliciet niet gesteld op de website van Deliveroo. Alleen de Unlimited Riders moeten een btw-nummer opgeven, willen ze gaan werken. Ik vermoed dat dit onderscheid is aangebracht voor twee redenen om meer riders aan te trekken. Ten eerste denk ik dat de meeste mensen helemaal geen zin hebben in de administratieve rompslomp die het aanvragen van een btw-nummer met zich mee lijkt te brengen in hun ogen. Ondernemen is toch best spannend. Ten tweede las ik ook dat de Regular Riders-optie vooral aantrekkelijk zou zijn voor bezorgers afkomstig uit landen buiten de Europese Unie. Zij zouden anders problemen kunnen krijgen met het aanvragen van een btw-nummer.


Wat dat betreft is Deliveroo misschien juist wel blij geweest met deze misstap van het Hof. Überhaupt lijkt de uitspraak nog weinig te hebben veranderd voor de bezorgers van Deliveroo. Hoewel de vakbonden luidkeels scandeerden dat ze op de bres gingen staan voor de 'uitgeknepen maaltijdbezorgers' (FNV voert de rechtzaak tegen Deliveroo), hebben van de 5.000 riders volgens Trouw zich anderhalf jaar naar dato slechts een handvol riders überhaupt gevraagd naar de mogelijkheden om vast in dienst te kunnen gaan bij het bedrijf. Volgens mij is het in deze tijden juist big biznizz om als zelfstandige bezorger voor Deliveroo aan de slag te gaan. Lekker houden zo, dus!


En oh ja, lees jij dit, ben je zelf een Regular Rider voor Deliveroo en vraag je je af of je niet alsnog een btw-nummer aan moet vragen? Ik zou gewoon afgaan op het gewekt vertrouwen van het Hof Amsterdam en dat btw-nummer achterwege laten totdat er misschien weer een vervolg komt op deze zaak (zaak ligt nu voor bij de Hoge Raad).

Comments


bottom of page